Donderdag 14 april. Een zonnige dag. Kinderen op de trampoline. “Voetballen!” Iedereen wil meedoen, in de tuin, in de speeltuin. Binnen vouwen we kraanvogels, 1000 moeten het er worden, voor vrienden van ouders die deze mee willen nemen naar Japan. 1000 kraanvogels brengen geluk. Aan het einde van de dag hebben we er 300.

Ik werk met een aantal kinderen om de beurt met ‘Ik leer anders’. Gaaf om te zien hoe beelddenkers het alfabet in hun hoofd opslaan en woorden van voor naar achter en van achter naar voor kunnen spellen. Eén heeft niet genoeg aan de vier kamers in zijn hoofd om informatie op te slaan (voor letters, cijfers, leuke dingen, stomme dingen). Er komt een kamer bij voor de natuur, een rustkamer, een keuken (handig alles bij de hand) en een opberghok voor de fiets. Zorgvuldig tekent hij wat er te zien is.

Buiten fietsen Tycho en Paula. Rondjes om de speeltuin. 6 en bijna 5 jaar oud. Genieten van het zelf kunnen. Even later zie ik ze basketballen bij het laaghangende net. Het lukt hen om de bal erin te gooien. Wat moet het  toch heerlijk zijn om als kind hier op te groeien en steeds te ervaren dat je dingen zelf kunt leren, ontdekken en ervaren.