Woensdag 13 april. Ik ben nu officieel coach van de methode ‘Ik leer anders’, die beelddenkers helpt om woorden en getallen als beelden in hun hoofd op te slaan. Zo kunnen ook deze kinderen goed leren spellen en rekenen. Voordat ik met nieuwe kinderen aan de slag wil gaan, heb ik gevraagd wie van onze leerlingen proefpersoon wil zijn. Ik heb uitgelegd dat niet alle mensen op dezelfde manier leren. Sommigen zien bij alles wat je zegt beelden en kunnen die beelden ook in hun hoofd laten draaien, 3D-denkers dus. Handig als je ruimtes in moet richten, de weg moet vinden of huizen wil bouwen; lastig als je woorden en getallen goed wil schrijven. Want niet alleen beelden kunnen draaien in hun hoofd, ook letters, woorden en cijfers. Dus een p=b=q=d; bord=brood; mik=kim; 25 en 52, dat is toch hetzelfde…voor hen maakt het niet uit waar iets staat, ze lezen het net zo makkelijk van achter naar voor als van voor naar achter en zelfs op zijn kop, als ze het kunnen lezen tenminste. En daar zit vaak het probleem: letters zijn moeilijk te herkennen, evenals getallen. Juist omdat die beelden maar blijven bewegen in hun hoofd. Wat de methode ‘Ik leer anders’ doet is dat beeld stilzetten door er een plaatje van te maken in je hoofd.

Acht kinderen zijn geïnteresseerd, met ieder van hen maak ik individueel een afspraak. De ouderen kunnen meteen het hele alfabet een plaatsje geven in hun hoofd en zijn in staat om lastige woorden van voor naar achter en van achter naar voor te spellen, doordat ze het als beeld hebben opgeslagen. Met de jongere kinderen begin ik simpeler: hoe ziet een a eruit? Schrijf die maar eens op. Ik kijk of ze goed beginnen (bovenaan) en laat ze het net zo vaak doen, totdat de a is ingeslepen in hun systeem. Nu kan die in hun hoofd worden opgeslagen. Daarna de b …, zo zijn we nog wel even bezig denk ik. Maar dat geeft niet. Kinderen hebben een succeservaring: “Ik kan de a schrijven”, “Ik weet nu welke kant het rondje van de b opwijst” en merken dat het eigenlijk best meevalt om letters te leren.