Maandag 9 november. Aan het woord zelf merk je het al: het gaat niet vanzelf. Stroef, al die medeklinkers achter elkaar in het begin— je blijft steken, je blijft haken, je struikelt, het lukt net niet, alles loopt zoals je het niet wilde. Misschien waren de stoplichten vanmorgen al een indicatie, ze sprongen op rood precies toen ik eraan kwam. Later op school dan ik wilde. [Wel even heel leuk het spel Machiavelli uitgeprobeerd met Keiro (7) en Casimir (leraar aardrijkskunde)] Krukjes klaarzetten, mentorkring beginnen, niet iedereen is er nog. Ze worden gehaald, het duurt alweer lang. Sara, gespreksleider, houdt de vaart erin. Maar soms wil je toch net iets meer weten als iemand vertelt dat hij een onderwaterfiets heeft gekregen. O ja, eerlijkheid, kaartjes maken voor in de boom op de gang. Kaartjes vergeten, stiften vergeten, nu maar even halen. [Ja, ze gaan aan de gang, tekenen en schrijven over wat eerlijk zijn voor hen betekent. Serieus en enthousiast. Ook als ze het niet weten, komt er uiteindelijk iets op het kaartje te staan, die ze vervolgens zelf ophangen in de boom.]

Pauze, maar ik had voor mezelf eigenlijk geen pauze bedacht vandaag, omdat ik verder wilde met een aantal kinderen. Snel even koek gegeten en koffie van 8 uur vanmorgen gedronken. O, jammer, de ruimte waar ik les heb is nu toevallig bezet. Dan maar in de woonkamer, waar leerlingen afgeleid worden door de kinderen die buiten spelen. Waar zijn trouwens de kinderen die zich voor deze les (lezen, schrijven, rekenen) hebben ingeschreven? Ik zie er  twee, in plaats van acht. Ik begin. [Ga lezen met een meisje, samen zittend op de bank. Ja, het lukt! En de volgende gaat ook goed, en die er na ook. En dan zijn opeens ook degenen er die ik miste. Ze zaten boven in de rekenruimte te rekenen. Dat neem ik hen natuurlijk niet kwalijk. We doen een dictee en dat gaat goed.] Tijd voor een spelletje met twee jongens, maar zij zijn net lekker samen met de lego aan het spelen en hoeven geen spel.

’s Middags – ik wist het al- zijn er tegelijk met mijn les waarin we de Kidsweek lezen nog meer aantrekkelijke lessen: massage en geschiedenis van Herman. Ik zit zonder leerlingen en kijk naar de groep kinderen die het weerwolvenspel spelen. Ja, daar zou ik ook best blij om kunnen zijn, dat ze zo gezellig met zovelen samen een spel spelen. [Even later komen de leerlingen voor de schoolkrant. Ze spuien  ideeën en gaan meteen aan het werk. Een interview, de koppen van de nieuwsartikelen. Ik kan toch niet blijven mokken dat de dag niet loopt zoals ik in gedachten had. Ik geef me over en doe mee en word daardoor ook enthousiast.  Het wordt vast een leuke schoolkrant.] 

Als ik nu terugkijk naar de paarsgekleurde stukken tekst denk ik: toch een dag waarop, hoewel die stroef verliep,  in ieder geval drie dingen goed gelukt zijn.