Begin maart. Het zijn mooie dagen in deze vroege lente. We zijn buiten. Isham is er, en Keiro en Dechen. Isham gooit stoeptegels op elkaar. De onderste gaat kapot, valt in brokstukken uiteen. Dechen en Keiro zijn enthousiast. Ze bekijken de binnenkanten van de stukken. Mooie stenen! Een klein wit steentje is losgeraakt en wordt zorgvuldig in een zakje gedaan. Ik krijg een steen met glitters aangeboden: “Die kun je op de vensterbank leggen.” Zelf steken ze een aantal stenen in hun zak. Wat is Isham eigenlijk aan het doen? Zomaar stenen aan het gooien en kijken wat er gebeurt?
Een dag later hoor ik zijn plan. “Ik wil een fontein maken!” De stukgeslagen stenen zijn bedoeld als de binnenkant van de fontein. Met cement wil hij de stukken aan elkaar maken. Een leiding vanuit het souterrain moet zorgen voor de watervoorziening. Een filter om te zorgen dat het water telkens opnieuw gebruikt kan worden. Bart, vader van Jozua en Laila, komt langs: “Je hebt wel een pomp nodig om het water op te pompen.” Onmiddellijk tekent Isham een pomp in zijn ontwerp. Hij heeft helemaal in zijn hoofd hoe het uitgevoerd moet worden. Een handige ouder of een architect zou volgens hem nodig zijn om te zorgen dat het lukt. De kosten? “Misschien willen ze het wel gratis doen voor onze school.”
Wat kinderspel leek (stenen kapot gooien) verbergt een hele gedachtegang (een fontein bouwen). Een plan wat past bij wat de tuincommissie aan het doen is: een ontwerp voor een nieuwe tuin maken. Isham kan het bij hen inbrengen, vertellen en tekenen wat hij wil en dan, later, het uitvoeren met hen. Of de fontein er werkelijk komt? Ik denk dat het het proberen waard is om hem te gaan bouwen. De voorbereidingen zijn al getroffen!