Donderdag 10 juli. Wat een drukte in de plotseling smalle gang van het scoutinggebouw. Vandaag komen geen 8, maar 18 kinderen: alle kinderen die vanaf september op De Vrije Ruimte zullen zitten. Spannend voor iedereen. We beginnen de dag met een kring, waarin iedereen zich kan voorstellen en vertellen wat hij of zij die dag wil gaan doen. Moeilijk is dat niet, want Marty heeft net verteld dat er op het strand een potvis ligt… De meeste kinderen willen daar wel naar gaan kijken.

Zo vertrekken Ans en ik met 12 kinderen door het bos, richting bus. Job (blind) geeft eerst een hand aan een van de oudere kinderen die hij kent, daarna aan mij. Reis verloopt prima, nu nog een stukje lopen naar het strand. Onderweg vangen we geruchten op: potvis is plastic…? Eerst zien, dan geloven. Als we op de boulevard staan en naar beneden kijken, ligt daar een enorm, enigszins bebloed beest. Het ruikt ook een beetje sterk, naar potvis? We lopen het strand op, tot het lint dat rondom de potvis is gespannen. De bloedvlek lijkt nu wel getekend. Ik vraag of Job mag voelen aan de vis, hij ziet immers niets. Een man die bij de vis hoort neemt hem mee. Job voelt en klopt. Als hij terugkomt zegt hij: Het is kunststof! Ondertussen zijn de andere kinderen naar de andere kant van de potvis gelopen. "Hij heeft geen keelingang", zegt Robin, "dus hij is nep!" Iedereen is er nu wel van overtuigd dat het geen echte potvis is. Jammer, maar ook weer niet, vinden ze, want het zou wel zielig zijn voor zo’n grote vis om dood op het strand te liggen.

Als groepsuitje was het zeer geslaagd. Geen betere manier om elkaar te leren kennen, dan samen iets te ondernemen. De oude kinderen kletsten met de nieuwe, wisselden ervaringen uit, de kleintjes met de groten. Daarna op school samen aan tafel. Het was een mooie dag!