Maandag 4 oktober. Lezen gaat niet zomaar. De letter -e-, hoe spreek je die ook alweer uit? Is het -i- of -ee-? Nee, het is de -e- van Emma. "O ja", zegt Yanna en leest vlot verder in haar eerste boekje. Later  laat ik ze woorden tekenen bij de letter e. Yanna tekent een fles en schrijft 'ves'. Ik wijs haar op wat ze heeft geschreven. Ze zet er een t achter "Nu staat er vest!", en tekent er een vest bij. Ze verzint nog meer woorden waarin ze de e hoort. Tycho tekent een tent, Paula een hek en Zita tekent en schrijft veel woorden. We doen de kaarten met de getekende woorden onder de letter -e- in een showmap die hangt voor het raam. Zo kan iedereen goed zien welke letter het is en welke woorden erbij horen.

Jaidyn wil moppen zoeken voor in de schoolkrant. Samen kijken we op mijn computer bij 'moppen voor kinderen'. Zij leest ze aan mij voor en ik luister om te horen of ze grappig genoeg zijn. Af en toe help ik haar een woord goed uit te spreken: Hak het in stukjes, kijk goed wat er staat. Dan lukt het bij alle woorden om ze te lezen. Veel moppen zijn toch niet zo grappig, dus krijgen geen plekje. Degenen die we uitkiezen selecteert Jaidyn, kopieert ze en zet ze in een document voor de schoolkrant. Ongemerkt hebben we geoefend: lezen, iets kiezen op grappigheid, een stuk tekst selecteren, kopieren en plakken. Zo gaat het dus als kinderen zelf met iets komen wat ze graag willen doen.