Vrijdag 11 april. "Zullen we buiten Latijn doen?", vraagt Miquel. Ik zie dat niet zo zitten, maar hij weet me over te halen: "Ik ga schommelen en dan zoeken we op hoe je dat in het Latijn zegt." Iacto et salio: ik schommel en ik spring. Video malum abietis: ik zie een denneappel. Later op de dag, als we een spelletje doen zegt hij tegen Emma: "Puella!" (meisje); waarmee hij eigenlijk wil zeggen: ‘Jij bent aan de beurt.’ Dat is wat hij wil met Latijn, eenvoudige, dagelijks te gebruiken zinnetjes in het Latijn kunnen zeggen. Ben benieuwd hoe dit zich verder gaat ontwikkelen.

Het was natuurlijk weer prachtig weer, dus ook het bos in geweest. En als altijd wanneer we op pad gaan, komen we van alles tegen. We vonden een veertje, een steen, dennenaalden, een stukje hout en een denneappel voor in de kriebeldoos: een doos met voorwepen waaruit je kunt kiezen om iemand mee te kriebelen of om zelf gekriebeld te worden. We vonden ook mos, op een boom, maar dat kregen we er niet af. Dus voelden we de boom zelf, een rare gewaarwording. Het leek alsof je een groot stevig dier aaide. Zulke en andere ontdekkingen doen we vaak en spontaan, het enige wat je hoeft te doen is je zelf open stellen voor nieuwe ervaringen.