Eind januari. Durf kwetsbaar te zijn. Dat denk ik als ik terugdenk aan hoe het ging. Soms weet je niet wat je moet doen, welke beslissing je moet nemen, wat het beste is voor iedereen. Want dat wil je,  het beste voor iedereen. Wat er precies gebeurde is niet gemakkelijk te achterhalen. Een jongetje met een verhaal, waarin twee anderen de rol van dader speelden. De daders ontkennen. Zeggen: er gebeurde niets, wij waren daar wel, maar deden niets. Ik wil ze geloven, maar kan het niet. Ik bel en luister naar het verhaal van de moeder van het jongetje met een verhaal. Het is hetzelfde als het was. Zo zou het gebeurd kunnen zijn. Ik zeg dat ik dit verhaal geloof. En dat dat betekent dat ik het andere verhaal niet geloof. Dat dat mij spijt, maar ik kan niet anders. Ik stuur ze naar huis. Even rust en ruimte in ieders hoofd om hierover na te denken. Misschien komt de waarheid niet boven tafel, zullen we nooit weten wat er gebeurde. Maar ook dan moeten we verder met elkaar. Hoe? Dat weet ik nog niet. We zullen verder praten samen en beslissen wat er nodig is. Nodig, om te zorgen dat  iedereen zich (weer) veilig en geaccepteerd voelt. Het jongetje. En de twee anderen.