Maandag 15 maart. Weer gaan we met 9 kinderen op weg naar de Brouwersgracht voor de tweede boksles. Binnenkomen, omkleden (o jee, niet iedereen heeft sportkleding mee), naar boven, naar de bokszaal. Deze keer beginnen ze meteen in de ring. Stoten oefenen in de lucht ‘zorg dat je kin achter je schouder blijft!’. Stoten oefenen met een maatje en een kussen (pet) ertussen, zodat de stoten op het kussen komen. Het boksen is niet alleen het traditionele boksen; ze leren ook trappen erbij.
"Kijk eens wat je prettiger vindt", zegt Arnout de trainer, en hij laat zien wat hij bedoelt: met je rechterhand de rechterschouder van je tegenstander aanraken en dan trappen, of met je rechterhand de linkerschouder van je tegenstander aanraken en dan trappen. De kinderen proberen het uit, en Arnout zegt daarna: Kruislings is natuurlijk beter, dan is je gezicht steeds beschermd. Je moet op veel dingen tegelijk letten! Daarna oefenen ze per tweetal de trappen, eerst met je linkerhand de linker- en rechterschouder van je tegenstander aanraken, dan met je scheenbeen tegen het kussen trappen. Kruislings oefenen laat je beide hersenhelften beter samenwerken, dit helpt je ook bij het cognitieve leren. Je ziet de kinderen steeds beter worden, hun kracht komt naar buiten, ze kunnen het! Genieten voor ons als toeschouwer. Volgende week weer!