Maandag 26 maart. Hoe help je kinderen die graag willen werken, al wel een programma hebben, maar toch zelf nog niet zo goed weten hoe en waar ze moeten beginnen? Met Pepijn zit ik om de tafel. Hij volgt, geheel zelfstandig, de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en geschiedenis. Hij werkt graag met een boek, een werkboek, pen en papier. Het helpt hem om in zijn agenda precies op te schrijven welke opdrachten hij per dag gaat doen. Ik heb afgesproken dat ik iedere maandag kijk wat hij die week gaat doen en wat hij die week ervoor gedaan heeft. Soms blijkt dat hij een opdracht niet helemaal af heeft gemaakt. Vraag hulp als je het niet helemaal begrijpt!  Er is altijd wel iemand in de buurt die je kan uitleggen wat je moet doen. Meestal snapt hij het wel en werkt hij de opdrachten een voor een af. Door het in zijn agenda te schrijven wordt hij eraan herinnerd het werk ook daadwerkelijk te doen. Als er niets in staat, is het lastig om aan de slag te gaan. “Waar was ik ook alweer? Wat zou ik moeten doen?” Het is fijn dat zo’n simpele activiteit als het even 10 minuten opschrijven in je agenda wat je moet doen, hem voor de hele week ondersteunt bij het werk wat hij graag zelf wil doen.