Donderdag 12 november. Ik had net nog gezegd dat ik pas aan Sinterklaas kon denken als hij in het land was, toen ik een idee kreeg voor een Zwarte Piet. Het kwam zo: In de keuken was ik met Heleen de macaroni uit een pak in de pan aan het doen. Het pak was een fijne rechthoekige doos, die ik niet zomaar weg kon gooien. Met twee dozen in mijn hand liep ik de knutselruimte binnen waar Yanna en Zita zaten te kleuren."Kijk eens, twee dozen voor twee zwarte pieten!"  Ik deed zwarte verf op een bord. Ze pakten zelf twee grote kwasten en gingen de dozen lekker helemaal zwart verven. Ik moest verder met koken en liet ze hun gang gaan. Na de macaronimaaltijd (beetje flauw, vergeten om kruiden toe te voegen), lagen de zwarte dozen zwart te zijn op de tafel. De taalclub vroeg mijn aandacht (gekke zinnen gemaakt met het taalverhaal-spel), de jongsten waren aan het gymmen. Aan het eind van de middag kwam ik terug in de basisruimte, en wie zat mij daar lachend aan te kijken? Een zwarte piet met een muts van gekleurd papier, muizentrap-armen en -benen, zelf getekende, geknipte en opgeplakte ogen, mond en een veer. Wat een leuke verrassing! Een onuitgewerkt idee, wat alleen in jouw hoofd bestaat (een zwarte piet maken van een macaroni-pak), wordt door twee meisjes van 5 en 6 zomaar spontaan fantastisch uitgevoerd.

Iets heel anders wat ook op deze dag gebeurde wil ik niet onvermeld laten. Heleen hield vanmorgen haar powerpointpresentatie over paardrijden. Thuis en op school hadden we met haar eraan gewerkt, nu was het grote moment daar. Paardrijspullen lagen uitgestald, Heleen stond in vol ornaat (wedstrijdkleding) voor ons en begon te vertellen. Helder, duidelijk, in haar element. Wij genoten met zijn allen van haar verhaal.