Maandag 2 juni. Twee jongens, 4 en 5  jaar oud,  zijn buiten in de voortuin op het gras. “Ieiehoehoeh, wij zijn radio’s! Wij kunnen aan en uit en wijzen ook de weg.” Darius (4) laat zien: “Kijk, als je op dit knopje drukt – hij wijst onder zijn arm – dan ga ik vooruit.” Die ochtend nog had hij niet zoveel zin in school, wilde liever bij mama blijven. Langzaam kroop hij uit zijn schulp. Keek bij een spelletje, liet zich meetronen door oudere kinderen en nu neemt hij het initiatief. “En nu zijn we grasmaaiers”, zegt hij tegen Tycho (5). Ze kruipen over het gras en trekken af en toe een plukje gras eruit. Samen bepalen ze hun weg en maaien voort.

samen in de atlas kijken

Die middag zitten ze samen voor ‘Mijn eerste wereldatlas’ en becommentariëren wat ze zien. Land, zee, mensen, boten. Soms vraag je je af wat jij als begeleider nog kunt toevoegen aan wat deze kinderen uit zichzelf ontdekken. Je wilt geen stoorzender zijn, je wilt ze zelf laten kijken, zien, ervaren en ontdekken. Wij beleven hun ontdekking mee en kunnen af en toe eens een vraag stellen, iets voorstellen, iets toevoegen. Maar laat ze alsjeblieft zoveel mogelijk zelf ontdekken!