Woensdag 4 juni. Morgen is het zover: we mogen deelnemen aan het landelijk techniektoernooi in Arnhem met onze klotsende kabelbaan! Iets om je op te verheugen, maar ik zie op tegen het werk wat nog verricht moet worden. Omdat we niet rekenden op deelname waren alle spullen waren uit elkaar gehaald en opgeruimd. Nu mogen we toch en moet er in 1 dag veel gedaan worden. Het belangrijkste is al geregeld: Enthousiaste ouders zullen met hun busje met de kinderen naar Arnhem rijden en hen daar begeleiden. Maar dan moet er wel een nieuwe klotsende kabelbaan zijn! Hoe zat die ook weer allemaal in elkaar? Gelukkig heeft Robin (13) tijd om ons nog eens de driepootsknoop te laten zien, waardoor de drie palen stevig aan elkaar zitten. Ik bedenk, na wat ik bij het eerdere techniektoernooi zag, dat visdraad beter zal geleiden dan sisaltouw, dus dat gebruiken we als verbinding tussen de palen. Myriam weet nog hoe de katrol in elkaar zat en we gooien gauw 3 melkpakken leeg in kannen om daarvan gondels voor de bekers te maken. Nu nog oefenen. Laila, Anne Sophie, Simon en Rowan staan al klaar.
Het testen kan beginnen en ik krijg er zin in. Ieder heeft zijn eigen taak en weet precies wat hij moet doen. Nog sneller, nog meer water van de ene naar de andere kant in een nog snellere tijd. Het gaat heel goed en iedereen is zeer gemotiveerd. Ik zie er nergens meer tegenop en bespreek nog even wat iedereen gaat zeggen als de jury gaat vragen hoe ze zich hebben voorbereid. “Mag ik typen?”, vraagt Simon. Dat mag.
Mijn leerpunt van deze dag: als je ergens tegenop ziet, begin gewoon aan wat je moet doen. Voor je het weet zijn er mensen om je heen die je willen helpen, die meedoen, die jou enthousiast maken. Zo ging het tenminste vandaag bij mij en ik werd er heel blij van.