Op welk tijdstip ik ook binnenkom in de woonkamer op school, altijd zijn er wel kinderen een spel aan het spelen. Hally Gally, met de harde klap op de bel als je vijf dezelfde vruchten ziet. Of Set, waarbij je zo snel mogelijk 3 bij elkaar behorende kaarten moet vinden. Maar ook het vlaggenspel -bij welk land hoort deze vlag, met een omschrijving van het land erbij-, monopolie, risk, poker. Een favoriet spel is Magic, een deck met kaarten, dobbelstenen, een speelveld. Er worden acties uitgevoerd, er zijn levens te winnen. Een jongen is een fanatiek speler en probeert mij uit te leggen hoe het werkt. Hij is net bezig om zelf een deck samen te stellen waarmee hij dan weer op een andere manier het spel kan spelen. Bevlogen is hij. Half in het Engels – alle kaarten, namen en acties zijn in het Engels, voor veel kinderen ook een manier om Engels te leren – vertelt hij wie wat kan, en wat je kunt doen als het tegenzit.

Leerling zijn op De Vrije Ruimte is lang niet altijd gemakkelijk: je moet je houden aan de afspraken, luisteren naar stop, scheldwoorden vermijden.. Voor sommigen is dit best lastig. Wij spreken ze aan op wat is afgesproken en bieden ruimte waar dat kan. De fanatieke Magicspeler wil graag met een groepje Dungeons en Dragons spelen, op woensdagmiddag, als de school eigenlijk gesloten is. Hij heeft het ingebracht in de maandagkring en medespelers gevonden. Nu vraagt hij aan de begeleiders of dat kan. ‘Wat een leuk idee!’ is onze eerste gedachte. We willen hem graag het vertrouwen geven dat het kan, dat het goed zal gaan. Wij zijn zelf op woensdagmiddag in de school en zeggen ja. Het mag. Maar dan niet in de woonkamer, want daar zitten wij zelf en bedenken wat De Vrije Ruimte verder nog nodig heeft, behalve leerlingen met goede ideeën.