Maandag 4 november. Verse nieuwe blauwe klei, prachtig voor van alles. Pizza’s en taartjes, slangen en worstjes gerold, gedraaid, geplet, geslagen. Niet alleen kleuters hebben hier plezier in. Veel kinderen van mijn maandagkring (6-9 jaar) vinden het heerlijk om hiermee te spelen. Vandaag vraagt Jade of ze tijdens de maandagkring een beetje klei mag. Zo kan ze luisteren en tegelijk iets met haar handen doen. Goed idee, maar geef dan iedereen een bolletje, zeg ik, want ik denk dat anderen dat ook fijn vinden. En dat klopt. Er worden holletjes, balletjes, platte vlakken gekleid. In plaats van elkaar aan te raken -omdat ze soms even de aandacht van het gesprek kwijt zijn- zijn ze nu bezig met de klei. Een stuk rustiger wordt het daarvan.
’s Middags is er geschiedenis. We gaan potten kleien, in navolging van de jagers en verzamelaars. Ieder krijgt een klein stukje witte klei, die vanzelf droogt. De meesten kiezen ervoor om een duimpotje te maken: je rolt een balletje, met je duim maak je een gat in het midden en van daaruit kneed je de klei tot het een potje is geworden. Elk potje wordt toch weer anders: met en zonder versiering, met een dunne of juist een dikke rand, met pootjes… De scheurtjes worden met water weggewerkt. Kleien met geschiedenis? “Dan wil ik iedere week wel meedoen”, zegt Jade die er vandaag voor het eerst bij was. Maar volgende keer gaan we weer verhalen lezen en opdrachten of tekeningen erbij maken. “Tekeningen maken vind ik ook leuk, dus ik kom.” Fijn, die klei!