Vrijdag 6 maart. Het is erg rustig vandaag: 12 van de 18 kinderen zijn naar Corpus in Leiden en maken een reis door het menselijk lichaam. Twee kinderen zijn ziek, dus ben ik samen met Marty met vier kinderen op school. We besluiten een opruim-actie te houden. In de loop van anderhalf jaar hebben we heel wat verzameld. Sommige spullen gebruiken we niet of nauwelijks en kunnen naar het schuurtje. Andere dingen mogen gewoon weg, in de prullenbak. Ik ga een heerlijk rustig klusje doen wat ik al lang in mijn hoofd had: een nieuw weekschema maken, waarop de dagen van de week elk een verschillende kleur hebben. Die kleur komt terug in de het rondje waarop de dag staat, dat we op gaan hangen bij de ingang. Hierbij hangt iedereen zijn foto, zodat direct duidelijk is wie er wel en niet op school is. Zo kun je ook voor de jongsten de verschillende dagen gemakkelijk benoemen: als het gele rondje er hangt, is het maandag…
Zita (5) is de hele dag zelf lekker bezig. Als we gaan opruimen zegt ze: "Ik zou wel iets met letters willen…" "Welke letter wil je dan?", vraag ik. "De Z", zegt Zita. "Die schrijf ik soms schuin." Ze wil hem graag recht leren. Ik geef haar een blad met de letter Z en woordjes met de z. "Voor in je laatje, dan kun je volgende week daaraan gaan werken." Dan ziet ze een schrift met aan de voorkant een foto van een zebra. "Ik zou ook wel zo’n schrift willen." Ik vertel haar dat ze dat krijgt als ze echt woordjes gaat schrijven, maar dat ze er nu wel vast een kan uitzoeken, in haar laatje kan leggen en erin kan beginnen als ze zover is. "En als ik dan alles fout doe?", vraagt Zita, nadat ze een schrift met daarop een vos heeft uitgezocht. "Dat is niet zo erg, fouten maken hoort erbij, maar je probeert natuurlijk om het goed te doen." Zita lijkt nog niet helemaal gerustgesteld. Ik ben heel benieuwd wanneer ze in haar schrift gaat beginnen en wat haar eerste woordje zal zijn.