Maandag 18 februari. Schoolkring, elke maandag weer, in drie schoolkringgroepen. Ik zit bij de jongste groep, de 4-9-jarigen. Deze bestaat uit Keiro (4), Anne Sophie (5), Rowan (net 6), Paula (6), Simon (7), Roos (7), Tycho (8) en Yanna (8). Twee weken geleden is Simon tot voorzitter gekozen. De notulist (’typer’) wisselde elke week. Voor vandaag hebben we nog niemand gekozen. “Zullen we ook iemand kiezen voor een hele periode?” stelt Simon voor, “net als de voorzitter.” Een goed idee, lijkt me, dan kun je het een tijdje achter elkaar doen en leer je het steeds beter. Anne Sophie, Paula, Tycho en Rowan stellen zich kandidaat. We stemmen met briefjes die Heleen voor ons heeft gemaakt: “Ik (naam), kies voor: ….”
Als alle briefjes zijn ingevuld, telt Simon de stemmen. Paula heeft de meeste stemmen. “Paula heeft gewonnen”, verklaart Simon. “Vergeet je niet iets?”, vraag ik. Want in de sociocratie tellen alle stemmen: Paula wordt pas notulist als degenen die voor iemand anders hebben gekozen geen overwegend bezwaar hebben. “O ja”, zegt Simon, en hij vraagt aan Keiro: “Heb jij een overwegend bezwaar?” Nee, zegt Keiro. Ook Rowan en Tycho vinden het goed als Paula gaat typen. Roos heeft wel een overwegend bezwaar: “Zo worden de kleintjes nooit gekozen, en die willen het juist ook leren!” Zij koos voor Anne Sophie. We snappen haar punt. Ik vraag of ik daarop iets mag zeggen, namelijk dat je ook juist kunt leren door eerst te kijken en het daarna zelf te doen. We kiezen iemand voor één periode, daarna kan een ander de taak overnemen. Roos ziet hier wel wat in. Ze heeft geen overwegend bezwaar meer.
Tot de meivakantie is Paula notulist van deze schoolkring.