Vrijdag 21 februari. Week van de portfoliogesprekken. Dat betekent dat alle leerlingen een gesprek van ongeveer een half uur hebben met een van de begeleiders naar keuze. Voor het voeren van zo’n gesprek hebben we een format gemaakt met vragen die we willen stellen: Wat vind je leuk op De Vrije Ruimte? Wat vind je niet zo leuk? Wat kun je goed? Wat wil je in de volgende periode gaan doen? Welke ondersteuning heb je daarbij nodig, van thuis en van school? Als de antwoorden daar aanleiding toe geven, ga je dieper in op wat een leerling vertelt. Soms heb je zelf iets dat je als begeleider graag in wilt brengen. Dingen die opkomen terwijl je in gesprek bent. Je kijkt naar een kind, ziet hem zoals hij daar nu voor je zit, denkt na over wat zijn mogelijkheden zouden kunnen zijn en hoe je daar als school optimaal aan kunt bijdragen. Bij een 14-jarige leerling die probeert zijn weg te vinden in het zelfstandig werken aan 4 vakken, zeg ik dat ik zie dat hij zoekende is in wat voor hem het beste werkt. Wij willen ook graag algemene ontwikkeling stimuleren, zeg ik, hoe zie jij dat voor jou? “Misschien ga ik wel weer meedoen aan geschiedenis”, antwoordt hij.

Een 9-jarige jongen heeft deze periode vooral gekeken naar wat anderen deden. In het verslag van zijn vorige portfoliogesprek stond dat hij goed en serieus kon werken. “Dat wil ik wel weer gaan doen”, zegt hij. Iedere ochtend werken aan lezen, schrijven, rekenen. Techniek en geschiedenis vindt hij de leukste vakken. Ik kijk naar hem, denk: “dit is een slimme jongen die misschien wel wat uitdaging kan gebruiken.” “Zou je het leuk vinden om mee te doen aan ‘onderzoek doen en presenteren’?”, vraag ik. Nou nee, dat lijkt hem niets…

Wat nu? “Ga in de vakantie eens nadenken over iets waar jij je in wilt verdiepen of waarover je meer zou willen weten”, stel ik voor. “Dan kunnen we na de vakantie kijken hoe je dat kunt gaan doen.” Oké, dat vindt hij wel goed. Als zijn vader hem komt halen, vertel ik hem wat ik met zijn zoon heb besproken. Het lijkt hem ook leuk om daar eens over na te denken met zijn zoon.

Zo gaat het. Het lijkt niets, maar het kan iets worden. Als een zaadje dat je plant en wie weet straks prachtig zal gaan bloeien.