Donderdag 17 januari. De sneeuw ligt er alweer een paar dagen. De sneeuwpret blijft. Sneeuwballen gooien gaat niet goed, omdat de sneeuw uit elkaar stuift. Wat wel heel goed gaat is sleeën in het bos. Ze mogen zelf, zonder begeleiding, naar een heuvel links van ons gebouw. Net niet meer zichtbaar, maar roepend wel bereikbaar. “Als er iets is, komen we het vertellen”, zeggen ze zelf. En dat gebeurt ook.

Dan vragen een paar jongens of ze verder weg mogen, naar de bunker, aan de andere kant van het bos. Daar is een nog veel grotere heuvel, spannender om daar met de slee van af te glijden. We vinden het goed: “Denk er wel aan dat om 12.30 de tekenles begint, waar een aantal van jullie zich voor heeft opgegeven.” Oké…en weg zijn ze al.

Als een van ons om half één sms’t waar ze blijven, komt er geen reactie. Met Floris, 1 van de achterblijvers, ga ik op zoek. We weten waar de bunker is, daar zullen ze wel zijn. Inderdaad, daar gaan ze met hun sleeën.  Zij zien ons ook en rennen weg. Ik ben verbaasd. Loop achter hen aan, het bos in. Achter een boom zitten ze met hun sleeën. “Doen jullie verstoppertje?” Even later zijn we allemaal weer binnen. Tja, we hebben jullie alleen laten gaan, maar jullie kwamen niet op tijd terug. We gaven jullie verantwoordelijkheid, maar jullie hebben deze niet genomen. Volgende keer gaat er weer een begeleider mee naar de bunker.

Zo probeer je, loslatend en aantrekkend, te laveren tussen de verantwoordelijkheid die zij aan kunnen en de verantwoordelijkheid die wij als begeleiders moeten nemen.