Donderdag 22 september. Voor de derde keer dit jaar gaan we naar de tennisbaan. Vijf minuten lopen door het bos en we zijn er. Geen les vandaag, maar wel vrij spelen op 1 baan. Vier leerlingen van 10-13 jaar slaan over naar elkaar en hebben veel plezier. De vijfde leerling is vier jaar, gaat elke keer mee en is erg enthousiast. Ik gooi een bal naar hem en hij probeert hem terug te slaan. Lukt dat niet, dan pakt hij zelf de bal en slaat zo goed en zo kwaad als het gaat in mijn richting, zodat ik hem weer kan gooien. Soms slaat hij raak en is hij trots dat het lukt. Gaat zijn racket langs de bal en rolt de bal weg, dan maakt hij er een spelletje van om achter de bal aan te hollen, er tegenaan te schoppen zodat hij nog verder rolt, en hem pas op te pakken 2 velden verder. Daar komt hij aangerend met de bal in zijn handen, slaat, mis, nog een keer. Met zijn racket bijna over de grond – het lijkt wel hockey- slaat hij de bal naar mij. Ik gooi – hij slaat en dat gaat! Dan rolt de bal weer weg, rent hij erachteraan, vindt een bergje gravel, maakt daar een nog groter bergje van, verbergt de bal onder gravel, gooit een handje gravel door het gaas en komt weer aangerend met de bal in zijn hand.
Even later staan we bij het net en laat ik hem zien hoe je gaat staan, de bal laat vallen en over het net slaat. We doen het samen en het lukt. Hij is blij. Ziet weer gravel, maakt een spoor en gaat er dan vandoor. Voegt zich bij de andere jongens om met hen een spel te spelen. De tennisbaan gaat nooit vervelen!