Maandag 26 september. De dag begint als vanzelf. Binnenkomen, koffie drinken, kinderen zien. Sommige kinderen gaan vaak ook aan de koffietafel zitten om even mee te drinken en te kletsen, samen nieuwe dingen te bedenken voor de dag. De jongere kinderen zijn al gauw weg. In de speeltuin op de schommel, op de trampoline in de tuin, stickers ruilen in de werkruimte of kralenplanken maken in de jungle. Vandaag heeft Rowan stoepkrijt mee en krijgt hij meteen veel kinderen om zich heen. Wat gaan ze tekenen? 2x een hinkelbaan. Een van Yanna (7) met de 1 beneden en de 10 boven en daar tussenin alle andere cijfers. Ze gooit een schelpje erin en hinkelt er op los. Paula (5) heeft er ook een getekend. De 1 beneden, de 2 en 3 in spiegelbeeld (knap toch dat kinderen dat zomaar vanzelf kunnen) en na de 6 komt de 10. “Ja, dat is bij de hinkelbaan vlakbij ons huis ook zo”, weet Paula zeker. Tussen de kinderen ontstaat discussie hierover. Kan het wel dat na de 6 de 10 komt? Het leuke is om te zien dat dit zomaar vanzelf ontstaat. Dat geen volwassene heeft ingegrepen in het eigen leren van kinderen. Want behalve Yanna en Paula die tekenden en hinkelden, waren er Tycho (6) en Rowan (4), die keken en commentaar gaven. Laat ze maar lekker met elkaar dingen verzinnen en bespreken, waar ze zo enorm veel van leren, dat je je soms afvraagt wat jij daar als volwassene nog aan toe hebt te voegen. Nou ja, dat is dan zien wat er gebeurt, het opmerken en doorgeven.