Maandag 1 oktober. Vandaag zit ik bij de schoolkring van de oudsten, de 12-plussers. Ik ben hier uitgenodigd om het punt dat ik heb ingebracht: snoep op school, toe te lichten. René vervangt mij als begeleider bij de groep 4-9-jarigen. We maken eerst een rondje: Wat vind jij van snoep op school? “Voor ons kan het wel, maar voor die kleintjes… die willen dan steeds meer, dat is lastig”, zegt een van hen. Waarom zou je snoep mee willen meenemen naar school? “We eten al zo gezond”, zegt Miquel, “met bruin brood en fruit,dan kunnen we best wel eens wat snoepen.” “Als ik naar school fiets, verveel ik me”, zegt Senne, “dan vind ik het lekker om iets te snoepen te hebben.” Floris en Victor vinden het ook wel lekker om af en toe iets te snoepen. Maar waarom dan per se op school, vraag ik. Van de 365 dagen in een jaar zit je er 200 op school, min 10 studiedagen, dat is 190 dagen. Daar gaan nog de dagen af dat er in ieder geval gesnoept wordt op school, namelijk als er iemand jarig is. Dan houd je 135 dagen over waarop je tussen 9 en half drie niet kunt snoepen. Per dag heb nog 18,5 uur over om te snoepen. Is dat niet genoeg? Voor de jongere kinderen is het geen goed voorbeeld als de oudsten steeds maar mogen snoepen. Zij willen dan ook, blijven net zo lang zeuren tot ze iets krijgen van een van de oudere kinderen. Slecht voor het humeur en hun gebit. Ja, dat gebedel om snoep is wel vervelend, erkent de groep. Ik doe het volgende voorstel: je mag snoepen op school als je iets te vieren hebt, en dan neem je zoveel snoep mee dat er genoeg is voor iedereen. Weer maken we een rondje. Niemand heeft een overwegend bezwaar. Op De Vrije Ruimte snoepen we alleen nog maar als we iets te vieren hebben!