Vrijdag 28 september. Na werkbegeleiding (iedereen stil en serieus aan het werk), even pauze en dan taalclub. In de taalclub doe je ‘iets met taal’, leerlingen mogen zelf kiezen wat ze willen doen. In deze eerste periode koos iedereen voor het maken van een werkstuk. Informatie opzoeken, plaatjes vinden of tekenen, mooie lay-out verzinnen en, het moeilijkste, de informatie verwerken tot je eigen teksten. Nine schrijft alles op en wil haar werkstuk ook (als enige) zelf geschreven en getekend inleveren. Prachtige tekeningen en versierde letters over dolfijnen. Zelf gevonden en duidelijke informatie, soms nog wat weinig, dat gaat ze thuis verder uitzoeken. Maakt ze een foutje bij het overschrijven in het net? Geen probleem, een fout wordt snel een duikende dolfijn. Tinko vergeet zijn teksten mee naar school te nemen en gaat daarom op zoek naar foto’s voor zijn werkstuk over de Tweede Wereldoorlog. Gevonden en gekopieerd, dus ook hij kan thuis verder werken. Volgende week kijken we samen naar wat hij heeft geschreven. Deyk en Freek typen aan hun teksten over konijnen en kittens. Ze vorderen gestaag. Ymke kiest voor ieder hoofdstuk over hamsters een andere kleur. Zij schrijft wat ze zelf al weet en weet ze iets niet, dan zoekt ze het op. Woorden die ze niet kent, wil ze niet gebruiken. Ze zoekt de betekenis op bij Wikipedia en gebruikt dat woord in haar werkstuk. Het ziet er leuk uit, kort en bondig. Robin wil meer weten van de narwal, en maakt er daarom zijn werkstuk over. Hij loopt tegen het probleem aan dat er niet heel veel bekend is over dit dier. Hoe komt het bijvoorbeeld aan voedsel? Hij heeft andere bronnen nodig dan de gemakkelijk te vinden informatie op internet. Emma heeft heel hard gewerkt, maar is iets te enthousiast geweest met overtypen van teksten, die ze zelf niet helemaal begreep. “Je mag best teksten van internet gebruiken, maar schrijf het in je eigen woorden op. Bedenk hoe jij het aan iemand anders zou willen vertellen. Dat ga je schrijven. Je hoeft niet alle informatie te gebruiken. Kies uit waar je iets over wilt zeggen.” Leuk vindt ze het niet, maar toch is ze blij dat ze dit nu leert. Ze gaat het toepassen bij het volgende hoofdstuk over ziektes van honden. Ik ben benieuwd naar volgende week!