Slapen op kamp is een bijzondere aangelegenheid. Van te voren heeft iedereen gekozen met wie hij in een kamer of tent gaat slapen. Maar op het moment dat de nacht begint, blijkt het toch een beetje anders gaan. Twee rustige jongens willen liever niet bij twee drukke jongens en gaan naar een tent met meer rustige jongens. Een meisje heeft last van de rook van het vuur als ze in haar tent ligt. Binnen, in een van de kamers, is nog een bed vrij. Alleen, ze vindt het jammer om haar tentgenoten achter te laten. Wat te doen? Misschien wil iemand anders uit de tent ook op de kamer liggen? Er is een stapelbed, dus een extra plekje. Wie er komt, maakt haar niet uit, als ze maar niet in haar eentje daar moet liggen.
Ik ga haar tent in. Leg uit wat er aan de hand is. Het blijft even stil. Dan zegt een van haar vrienden: “Ik ga daar wel liggen.” Lief van je. We pakken alle spullen op en verhuizen ze naar de kamer. Knuffels, boeken, slaapzak, even samen lezen, even kletsen en dan lekker slapen. Vrienden zijn voor elkaar.