Vrijdag 13 april. Er gebeurt veel op De Vrije Ruimte, maar op deze pizzadag komt alles bij elkaar. Het begint met het aansteken van het vuurtje. Dylan komt helpen en kan goed en voorzichtig blazen. Raphaël zet de takjes zo neer dat het vuur blijft branden. Voorzichtig een groter blok erbij. Het lukt, het vuur is voorgoed aan. Ahmed, vader van Nour, zorgt daarvoor. Wij vieren de verjaardag van Manu die 6 wordt, met fruitcakejes en appelsap, een lied en een kaart. O ja, de pizza’s moeten worden gerold. In het souterrain is Pepijn al bezig met het snijden van paprika, mozarella, uien, voor op de pizza. Het gaat gemoedelijk. Eerst de jongere kinderen die zelf het deeg rollen, de pizza beleggen en naar de oven lopen. Als ze terugkomen, glunderen ze: Mmm mijn pizza is heerlijk! Ook Darya maakt een pizza. Ze ziet Roeline, de docent Engels en zegt: “ik ken het sonnet uit mijn hoofd” en reciteert in prachtig Engels:

Shall I compare thee to a summer’s day?

Thou art more lovely and more temperate.

Rough winds do shake the darling buds of May,

And summer’s lease hath all too short a date.

Sometime too hot the eye of heaven shines,

And often is his gold complexion dimmed;

And every fair from fair sometime declines,

By chance, or nature’s changing course, untrimmed;

But thy eternal summer shall not fade,

Nor lose possession of that fair thou ow’st,

Nor shall death brag thou wand’rest in his shade,

When in eternal lines to Time thou grow’st.

So long as men can breathe, or eyes can see,

So long lives this, and this gives life to thee.

Ik ben er stil van, kan het haast niet geloven. Bezig met pizza en dan zo’n prachtig gedicht. Dat is het leuke van de hele dag op één plek verblijven: je komt de mensen en de mooie dingen tegen. Paula leert Frans met Marty, Jotte kletst met Daantje en krijgt en passant haar cijfer terug voor haar proefexamen Engels: een 8,3! Mensen maken pizza’s voor elkaar en ik denk: wat een heerlijke school hebben we toch!