Maandag 12 december. Soms zijn we net een gewone school. Is er een proefwerk, waarvoor ze eerst een samenvatting hebben moeten leren. Zitten ze allemaal aan een aparte tafel. Ze hebben hier vrijwillig voor gekozen. De eerste 4 hoofdstukken van het geschiedenisboek hebben we behandeld. Tijd voor een toets. Over de eerste periode van onze geschiedenis, de tijd van de jagers en de boeren. Hoe leefden de mensen toen? Waar woonden ze? Wat voor kleren hadden ze aan? Waar leefden ze van? Allemaal vragen die we in de lessen besproken en soms bekeken hebben op mooie filmpjes van kennisnet. Nu willen ze wel eens weten of ze alles hebben onthouden en of ze voldoende kennis hebben van deze periodes. Jagers leefden in tenten, boeren in zelfgebouwde hutten. De ene groep ging de dieren achterna om te kunnen overleven, de andere verbouwde graan en hield dieren vlakbij de plek waar ze woonden. Ze weten er veel van en kunnen op alle vragen van de toets een antwoord bedenken. Maar waarom ijzer nou steviger is dan brons of steen? Daarvoor zullen we dat toch zelf een keer moeten uitproberen.

Na de toets en bespreking zijn ze opgelucht. Het viel mee… Volgende keer gaan we verder met de Grieken en Romeinen. “Ga maar eens bedenken wat je in Nederland nu nog vindt van die oude Grieken”, zeg ik, als huiswerk. Benieuwd waar ze mee zullen komen. Maar eerst naar buiten, natuurlijk. Ze hebben nu een meidenclub. De jongens (jaloers?) willen ook hun eigen plek in het bos. “Als ik maar weet waar jullie zijn en als jullie maar op de plek blijven die je nu aangeeft. En als er iets is, kom je terug naar school om het te vertellen.” De jongens beloven dat ze zich daaraan zullen houden en hangen in de takken van een omgevallen boom. Een eigen plek, ook in het bos. Belangrijk!