Woensdag 22 februari. Lopend vertrekken we naar het opblaasbaar planetarium. Ons schoolgebouw is niet hoog genoeg hiervoor, dus is het opgezet in het nabijgelegen sportcentrum. Binnen moeten we onze schoenen uit, kruipen door de lage opening naar binnen en zijn opeens in een andere wereld. Overal waar we kijken, zien we sterren, witte en gele lichtpuntjes, strepen. De uitleg begint: we zien de hemel zoals die vandaag is, met de sterren op hun eigen plek. Maar dit kun je veranderen, kijk maar eens hoe het was toen wij sterren gingen kijken, 2 dagen geleden. Een druk op de knop en versneld verandert de sterrenhemel. Fascinerend. Elke gewenste stand kunnen de sterren krijgen, afhankelijk van de dag die je intikt. Een paar dingen blijven altijd hetzelfde: Mars blijft rood, want bevat veel ijzer. Venus en Jupiter staan altijd in elkaars verlengde (hé, ik kan ze nu ook zelf gemakkelijk herkennen als ik ’s avonds over straat fiets). En de Noorderster? Die draait niet mee, die blijft altijd op dezelfde plek. Juist ja, het noorden!