Maandag 11 januari. Al ligt de sneeuw er al bijna een maand, het blijft aantrekkelijk om er mee en erin te spelen. Van de heuvel naast het schuurtje afglijden op een slee of plastic zak, een mini-sneeuwpopje maken voor Paula, sneeuw opharken, sneeuwballen gooien… Op een gegeven moment was ik in mijn eentje tegen drie jongen een sneeuwballengevecht aan het houden. Heerlijk was het, je wordt er warm en moe van en kunt je lekker uitleven.

Om 11 uur was de eerste bijeenkomst voor het ontleden. Mees was degene die daar belangstelling voor had, en nu zitten we met zijn zessen rond de tafel (want de anderen waren ook wel nieuwsgierig wat dat nou was). Eerst vraag ik aan iedereen of ze weten wat ‘ontleden’ is. Woorden uit elkaar halen, zinnen uit elkaar halen, wordt er gezegd. Mees geeft het voorbeeld dat ik zelf had willen geven: "ontleden betekent iets uit elkaar halen, zoals met biologie, dan haal je bijvoorbeeld een schedel uit elkaar. Met taal haal je zinnen uit elkaar." Dus dat is wat we gaan doen, zinnen uit elkaar halen en de woorden, en later de zinsdelen, benoemen. Ik heb voor allemaal een tamelijk ouderwets, maar zeer degelijk boekje gekopieerd. Als je dat hebt doorgewerkt weet je genoeg van ontleden om naar het voortgezet onderwijs te kunnen. Vol goede moed gaat iedereen aan het werk: zelfstandige naamwoorden bedenken. Hè, lekker, zo met zijn zessen aan tafel gemotiveerd aan het werk.