Donderdag 13 februari. Hoe leer je? Door te kijken en na te doen. Door te luisteren en te begrijpen. Door te voelen en te ervaren. Vogelzand op een dienblad. Veel is het niet. Iedereen wil meedoen. Het zand voelen, vormen maken door er met je vinger in te tekenen, of met je hele hand. Het zand in je hand nemen en het langzaam uitstrooien, zo kun je ook iets tekenen. Het zand op je arm leggen en dan wrijven: ‘het lijkt wel massage!’ Zachtjes in het zand blazen, er ontstaat een gat. Een berg maken van al het zand. Het zand schudden en zien dat alle schelpstukjes naar boven komen. Eerst zijn de jongsten er mee bezig, wel zeker een half uur. Dan is het tijd voor koek. “We laten het staan, dan kunnen we straks verder gaan als we willen.” Anderen komen binnen in de ruimte, zien het zand, willen ook voelen, experimenteren: “kijk eens wat ik gemaakt heb!” Sterren en mandala-vormen.
Na de lunch, de bladen met zand staan er nog steeds. Er is geschiedenis. “Mogen we ook in het zand tekenen?”, vraagt Flinn (10). Ja hoor. In plaats van op papier, tekenen ze vandaag, naar aanleiding van het Klokhuis-filmpje over de grachtengordel, in het zand. Het idee is dat alle tekeningen (met een paar woorden en een jaartal erbij) straks hun persoonlijk geschiedenisboekje van Nederland wordt. “Maak je dan wel een foto en print je die uit?” Dat doe ik.
Ontdekkingen in het zand, ook voor mij zijn het er veel meer dan ik van te voren had kunnen bedenken.