Donderdag 13 maart. Ha, de ochtend begint met voorlezen! Door een vader, uit zijn eigen boek voor kinderen: "Het mooimakertje", een verhaal over een klein mannetje die mooi wil maken wat lelijk is. Door je gedachtekracht te gebruiken kun je het mannetje oproepen en helpt hij je bij het oplossen van problemen. De kinderen luisteren gespannen, en lezen en kijken mee in een eigen exemplaar van het boek. We zouden allemaal wel zo’n klein vriendje willen hebben!
Gelukkig is Ans er, die ons gaat begeleiden bij het maken van een eigen mooimakertje. ‘Van klei", besluiten we al gauw, want die kun je tenminste echt vasthouden. Een tekening is zo plat. We gaan aan de slag. Ieder op zijn eigen wijze. Emma is snel en vaardig, een mannetje met een hoed en een tas (wat daarin verzamelt de mooimaker kleine gele bloemetjes, die hij nogdig heeft bij het mooimaken), en klaar is ze alweer. Miquel boetseert zijn klei, drukt er plakoogjes in, een rood rietje als mond, en ook gebruikt hij stof. Ans en Zita gaan iets anders uitproberen: een poppetje van een holle vorm (ik kende die vorm zelf alleen als duimpotje, een van mijn favoriete klei-activiteiten bij de kleuters). Dus een hol gemaakte bol, met daarop een kop van het mannetje. Het zag er bijzonder uit. Met de achterkant van een kwast tekende Zita vervolgens haren, ogen, mond en een tekening op zijn lijf. Zij was niet bij het voorlezen van het verhaal geweest, maar wist wel precies hoe haar mooimakertje eruit moest zien. Liefkozend hield ze hem vast. Toen ik haar daarna een tekening uit het boek liet zien, was haar reactie: "Maar dat is helemaal geen mooimakertje." Fijn dat kinderen hun fantasie zo kunnen inzetten dat ze precies kunnen maken wat ze voor ogen hebben. Ik moet nog een beetje oefenen!