Drie brede jongens, zes spookjes, twee broers, drie modellen, één familie, een verslaggever en een cameraman, een burgemeester, twee beveiligers, twee boeven, twee coureurs, twee kunstexperts, iemand die altijd overal tegen is – de musical Diamantroof heeft voor elke leerling een op zijn lijf geschreven personage. Zo’n musical heeft altijd wat voeten in de aarde. We beginnen er al vroeg mee, in september. Wie wil welke rol? Welke liedjes zijn er? Leerlingen kiezen, wisselen soms nog, haken af, nieuwe kinderen komen en krijgen een voor hen gecreëerde rol. Er is altijd een moment dat niemand meer zin heeft, dat het even teveel is, ‘alweer musical?!’, maar de liedjes moeten gekend en de dansjes erbij, en je moet toch echt je eigen tekst uit je hoofd kennen… Sommigen kennen al snel ieders tekst uit hun hoofd, anderen moeten de week ervoor nog gesoufleerd worden.

Maar dan is het moment daar, de uitvoering in theater Merlijn in Den Haag! Vanwege de beperkende maatregelen treden ze vier keer op, zodat alle ouders, broers en zussen, begeleiders, kunnen komen kijken. Bij binnenkomst speelt het bandje – leerlingen van school, voor wie soms speciaal een partijtje is geschreven om mee te kunnen doen: piano, basgitaar, drum, dwarsfluit, viool, en in 1 stuk zelfs een trompet. Dan komen de spookjes (de jongste leerlingen) die zich verstoppen zodra de zaallichten uitgaan. We zijn in een oud museum en de trotse eigenaar – die het net gekocht heeft- komt binnen met zijn gezin. “Het lekt hier!” In eerste instantie zijn ze niet blij, maar dan blijkt dat in het museum een geluksdiamant ligt. En of die geluk brengt? Na allerlei onnavolgbare verwikkelingen, enthousiast uitgevoerde liedjes door alle kinderen, onvermoede talenten en veel plezier, blijkt dat de diamant inderdaad geluk brengt. Alleen op een andere manier dan je zou verwachten. Het is namelijk een nepdiamant, maar deze heeft wel twee broers weer bij elkaar gebracht, een wrat op een gezicht doen verdwijnen en gezorgd dat de boeven zijn gepakt. Hoewel? Eind goed, al goed. Blije kinderen, blij publiek. Ik ging naar de generale en naar de slotvoorstelling en zag hoe kinderen gegroeid waren in hun rol, zich meer richtten op het publiek, duidelijker spraken, nog enthousiaster geworden waren. Tot over twee jaar!