Vrijdag 10 juni. Vier lezende kinderen op een fatboy (Geronimo Stilton nog steeds), ouders die koffie drinken, jongsten op de trampoline, twee jongens op zoek naar avontuur in het omringende bos (steeds verder zwaaien, langer hangen, beter springen). Ik doe met Jaidyn ‘ik leer anders’. We zijn bezig met 10 minuten per dag woordjes schrijven om zo alle woorden van groep 3 tot en met 8 goed opgeslagen in haar hoofd te krijgen. Tot nu toe werkt het fantastisch; woorden waar zij moeite mee heeft worden opeens logische beelden in haar hoofd, die ze van voor naar achter en van achter naar voren kan spellen.
Buiten zijn en kijken wat er gebeurt. Dierenplaatjes ruilen, springen, discussies (en dan realiseer je je weer even hoeveel je niet ziet, hoeveel er ongemerkt gebeurt – waardevolle dingen die hun vruchten afwerpen: 4 kinderen die praten over de kwaliteiten van verschillende dieren, waarvan ik voorheen nog nooit gehoord had – dingen die zij zomaar oppikken en die gaan behoren tot hun kennis van de wereld.)
Niels komt voor fotografie. Robin wil monteren en heeft daar Mees voor nodig, maar die wil ook graag mee doen met foto’s maken. Wat nu? De film moet af! Mees moet kiezen en doet dat ook: samen zitten ze even later te monteren, zo ingespannen dat ze zelfs vergeten om te gaan eten en Marty een heerlijke tosti voor hen maakt. (Mees: ‘”Jij houdt zeker wel van pittig?” Marty: “O, heb ik er teveel sambal op gedaan?”) Daarna nog tijd voor de schooltuintjes waar bijna alle kinderen mee naar toegaan, samen met drie begeleiders. Zwart van de aarde, met tassen vol radijsjes komen ze anderhalf uur later weer terug. Trots op hun eigen oogst.