Woensdag 13 mei. Om 10.00 uur begint de schrijfclub. Noor, Emma en Zita doen mee. Emma gaat aan de slag in haar schrijfboekje met de letters t en b: "O, die ken ik al, makkelijk…" Ik suggereer haar om woorden met een t te verzinnen en die op te schrijven. Dat vind ze een goed idee en ze bedenkt veel t-woorden. Noor en Zita hebben zin om in hun schrift te schrijven. Zita, die eerst alleen haar eigen naam (weliswaar met een omgekeerde Z) kon schrijven, schrijft opeen ‘emma’ en ‘ik’. Waar heeft ze dat geleerd, vraag ik me af. Ze kan het gewoon. Haar eigen naam wil ze niet schrijven. "Nee, want dan gaat de eerste letter altijd verkeerd." Misschien is het dan juist handig om die letter te oefenen. Samen schrijven we een blad vol z-en. Dat gaan we vaker doen!
Noor is ondertussen bladzijden vol letters aan het schrijven: "Wat staat hier?" Eerst lees ik alle letters achter elkaar, maar dan probeer ik uit de letterbrei woorden te destilleren. ‘Koe’, ‘oom’, ‘of’ omcirkel ik, en schrijf ik voor haar nog een keer, zodat zij ok echte woorden kan schrijven. En dat doet ze dan.

Wat is het toch leuk om met letters bezig te zijn en te zien hoe kinderen, allemaal op hun eigen niveau en hun eigen manier, aan het leren zijn.