3-7 februari

hartjes plakkenvadertje en moedertje

Hartjes plakken op een groot hart, hoe doe je dat? Jade (nog geen 3)  kijkt naar Anne Sophie (6). O, daar in dat laatje liggen de lijmstiften. En je kunt de lijm omhoog draaien, en  op de achterkant smeren en dan opplakken. Jade kijkt, doet na, ontdekt: plakken doe je zo.

Even later spelen Dechen, Keiro, Artemisia, Laila en Kyra  vadertje en moedertje. De moeders bellen voortdurend op: “Ik krijg een kind!” “O, dan kom ik er meteen aan!”, zeggen de vaders. Bedden van stoelen met kussens erop. Ieder zijn eigen plekje. Kyra (4) speelde tot nu toe veel alleen, naast de anderen, met diertjes in de bouwhoek. Vandaag doet ze voor het eerst echt mee, kiest haar eigen rol, haar eigen plaats. Zo groeit zij.

 

Artemisia leest voorZita geeft les over de baardagaam

Voorlezen, vandaag verhalen over de liefde. Gedichtjes zijn het. Anne Sophie (6) en Artemisia (4) luisteren. Anne Sophie zegt: zal ik een stukje lezen? Dat is goed. Ze leest de woorden, het laatste stukje van het gedicht. Dat wil Artemisa ook: voorlezen. Dat mag. Ze pakt het boek en begint. Ze kijkt goed naar het plaatje: “Het zijn allemaal meneren. Ze praten in menerentaal. Ze hebben hoge hoeden op.” Zij verzint de woorden bij het beeld en maakt zo haar eigen verhaal. Even later leest ze Kyra voor uit hetzelfde boek. Zien, luisteren en dan zelf doen.

Zita (10) geeft les, elke vrijdag, over dieren. Vandaag heeft ze een baardagaam meegenomen. Ze houdt een powerpointpresentatie en haalt daarna het dier (een soort hagedis, leeft in Australië) uit de bak. Iedereen mag hem even aaien, vasthouden of zelfs op zijn hoofd laten zitten. Dechen vindt het eng, maar doet het toch. Zita heeft ook een quiz gemaakt. Omdat ze wel de punten bij wilt houden, maar niet alle namen van de kinderen op wil schrijven, krijgt ieder kind een letter: “Jij bent A, jij B ,…” De letters schrijft ze op en zo houdt ze de punten bij. Dat ze dan wel moet onthouden welke letter bij welk kind hoort, deert haar niet. Ze deelt rode (niet waar) en groene (waar) briefjes uit. Bij elke vraag geef je antwoord door een van de twee kleuren omhoog te houden. Dat werkt. De hoofdprijs, voor degene die de meeste antwoorden goed had, is een plastic hagedis. Nog even de baardagaam een meelworm laten eten (‘zag je zijn tong, net als een kikker?’) en dan is de les voorbij. Wat leren ze toch veel van elkaar!