Maandag 21 februari. Zoals altijd om 8.20 ondernemen Emma, Marieke en ik de tocht naar Albert Heyn voor de wekelijkse boodschappen voor school. 1 Boodschappenkar en 2 stevige tassen moeten voldoende zijn om alles mee te kunnen nemen. Aangekomen in de supermarkt willen de meiden graag ieder een klein karretje: “daar kan net zoveel in als in 1 grote kar”. Ik heb zo mijn twijfels, maar laat ze er mee rijden. Ieder een zak appels, ieder 3 broden…nee, dat blijkt toch niet handig als we ook nog kaas, vlees en hagelslag moeten inladen. Emma neemt alle broden en de hagelslag, Marieke de rest. Maar de melk en het wc-papier passen er niet meer in, zodat ik toch maar een mandje neem. Weer wat geleerd: in 2 kleine karretjes past niet evenveel als in 1 grote kar. Gelukkig past alles wel in de kar en de tassen.

Terug op school aan de slag met Crazy Butler (ons restaurant a.s. woensdag). Jaidyn verzint een erg originele rekening … die zullen jullie nog wel zien. Ik lees voor aan Rowan en Paula, tot het tijd is voor dictee voor de anderen. Paula wil Rowan wel voorlezen en gaat op zoek naar een maan-roos-vis-boekje. Daar zitten ze: de ene 4-jarige (in mei wordt ze 5) die de andere 4-jarige (net 4 geworden) voorleest. Af en toe vraagt ze: “wat is deze letter?” en tekent met haar vinger een bakje in de lucht. “Dat is de u“, zeg ik. “O, dan staat er mus“, en Paula leest weer verder. Zo leren wij op De Vrije Ruimte.