Woensdag 16 juni. Buiten in de zon ben ik met Geeske aan het praten over de begeleiding van Job. Daarvoor boodschappen gedaan voor de lunch van morgen. Heleen had het lijstje gemaakt waarop wel 60 vissticks stonden (3 per persoon leek ons precies goed), maar die laten we nog even in de winkel. Want wat moet je met bevroren vissticks als je geen diepvries hebt? Heleen stuurt Mya en mij op weg met een opdracht: 'jullie gaan augurken zoeken!'. En als we die gevonden hebben en in het karretje gedaan, kijkt ze op haar lijstje wat er nog meer nodig is. Dat mogen wij vervolgens gaan halen. We zijn snel bij de kassa.

Terug op school in de zon blijkt het tijd voor koek. Koek, boter, bord en mes nemen we mee naar buiten. Ik snijd en smeer, de kinderen eten er gretig van. "Ik wil met boter", zegt Jaidyn, "want daar word je slim van." Hoezo dan?, vraag ik. "Nou, daar krijg je goede ideeën van." Dat lijkt me wel wat, dus ik neem ook een plakje met boter. "Ik houd niet van boter", zegt Zita, "Maar dat geeft niet, ik ben al slim genoeg."