Woensdag 20 januari. Na het boodschappen doen ga ik schrijven met Zita. Elke week schrijf ik met haar, of eigenlijk: zij schrijft haar verhaal en ik help haar daarbij. Soms vindt zij het moeilijk om voor het schrijven uit haar spel te komen. Vandaag vraagt ze of de kinderen die met haar aan het spelen zijn mee willen schrijven. Yanna wil wel. Als ik vraag waarin zij wil schrijven, in haar schrijfboekje of -net als Zita- in een schrift met lijntjes, zegt ze dat ze alleen wil kijken. Zo zie ik weer even hoe zij leert: door te observeren wat anderen doen, en het dan, opeens, zelf ook te kunnen.
Zita is al even geleden aan haar verhaal begonnen over haar cavia, Pietje. Ze leest voor aan Yanna wat ze heeft geschreven. "Hij is wit…" Nu komt het stukje: "Hij heeft vlekken om zijn ogen." Zita luistert per woord welke letter zij eerst hoort, of kijkt soms in het voorafgaande of hetzelfde woord daar al staat. "V, l, e, k …" "Heel goed, zeg ik, en dan moet er nog een k. En dan…komt het sufferdje! Je hoort een u, maar je schrijft een e. Ik laat het plaatje zien van de grote lieve roze beer (uit Pi-spello), het sufferdje genaamd, de e die klinkt als u, maar die je schrijft als e, de u waar niet op gestampt wordt. Leuk, dat wat ik met al veel oudere kinderen doe, nu ook aan hun kan laten zien. Leren gaat soms zo vanzelf….