Donderdag 20 juni. Gisteren een studiedag vol goede ideeën, waarvan we een aantal vandaag meteen in praktijk gaan brengen. Een daarvan is: in de tuin erbij zijn, zien wat daar gebeurt, zorgen dat het goed blijft gaan. Tot vandaag liepen we vaak van de achtertuin naar de voortuin en weer terug en weer heen… om maar te kunnen bijhouden wat er waar gebeurde. We hadden nog geen afspraken over wie waar zou gaan opletten, en waarop je dan ging letten. Zo kon het gebeuren dat je plotseling dacht: waar zijn die twee jongens naar toe? Ik heb ze al even niet gezien! En dan bleek dat ze achter een muurtje in de voortuin een vuurtje aan het stoken waren. Leuk natuurlijk, en spannend, maar niet de bedoeling. Zolang we nog geen vuurkorf of vuurplaats hebben (de tuincommissie gaat daar vast iets op bedenken…) is een vuurtje stoken verboden.
Wij waren brandjes aan het blussen. Kwamen steeds ergens net te laat, namelijk op het moment dat er al iets aan de hand was: het vuurtje gestookt, het balkon beklommen, een deur geopend die dicht had moeten blijven. Vanaf vandaag gaat dat anders. We hebben een rooster gemaakt voor de woonkamer + achtertuin en voor de werkruimte + voortuin. Iedere ochtend en iedere middag is een iemand verantwoordelijk voor de achterkant en een ander voor de voorkant. Het werkt fantastisch. In alle rust zit je ’s morgens in de woonkamer, kletst met kinderen en ziet wat er gebeurt. Het gaat goed op de trampoline, omdat je in de buurt bent. Je zit erbij, kijkt ernaar, maakt af en toe een opmerking. Je zou het toezicht houden kunnen noemen, maar het voelt anders: Ik mag erbij zijn en ik geniet van wat ik zie.
P