Maandag 6 februari. We zitten in een kring op maandagochtend, in de maandagkring. Iedere leeftijdsgroep heeft zijn eigen kring: Bovenbouw middelbare school, onderbouw middelbare school, bovenbouw basisschool en onderbouw basisschool. Dat is mijn groep die vooral bestaat uit nieuwsgierige kleuters en net iets oudere kinderen. Vandaag hebben veel kinderen iets meegenomen. Dat willen ze graag aan elkaar laten zien. Om de beurt worden de meegenomen spullen doorgegeven en bewonderd: drie Pokemonkaarten, een dinosaurus zonder hoofd, gevuld met smurfen, een poesje met een roze strik, een olifant, een katapult en nog iets waarbij je op een rood knopje moet drukken en dan vliegt er iets uit. “Niet op het rode knopje drukken”, wordt steeds gezegd bij het doorgeven (het doet namelijk best pijn als dat ding eruit vliegt en tegen je aan komt). Al dat doorgeven duurt een half uur. Dan komen er nog een paar mededelingen en geven we tips en tops aan de wenleerling die hier nu een week is geweest: ‘Ze heeft leuk met ons gespeeld.’

Tot slot is iedereen erg benieuwd wat we gaan doen met de sponsjes, het rode water en het papier op de tafel. De sponsjes zijn de ‘blije sponsjes’ uit het verhaal van een paar weken geleden. Deze sponsjes zwemmen in een zee van liefde, daarom zijn ze blij. Ze zuigen liefde op en geven liefde aan wie dat nodig hebben, bijvoorbeeld aan iemand die verdrietig is en getroost moet worden. “Kunnen mensen dat ook?” is de vraag die het meisje in het verhaal stelt. Ja, mensen kunnen dat ook. Adem maar in, lucht vol liefde en adem uit. Zie je, het werkt.

Wij gaan kijken of het ons ook lukt: sponsjes dompelen in het rode water en voorzichtig uitknijpen boven het witte papier. Kijk, daar verschijnt de liefde van de sponsjes. Het is gelukt. De kring duurde tot 10 uur, een vol uur vol aandacht voor elkaar. Dat vind ik best bijzonder.