Een donderdagochtend half juni. Iedereen loopt al een beetje op zijn laatste benen en nu blijkt ook nog degene ziek die vandaag het souterrain zou doen. Wat nu? “Geen paniek, rustig blijven, er dient zich altijd wel een oplossing aan.” Dat denk ik, en ik zie ook meteen de oplossing: ik ga vandaag het souterrain doen en er zijn vast wel kinderen die mee willen helpen. Dat is ook zo. Isra, Mia en Nina melden zich. Met de sleutel in onze hand gaan we gevieren het souterrain openen. Eerst maar eens koek snijden en beboteren. Ze verdelen de taakjes, hoewel dat niet per se heel gemakkelijk gaat. Ieder wil namelijk precies even veel doen en precies even veel tijd krijgen. Maar ik ga echt niet met een stopwatch in mijn hand klokken, en ik ga ook niet precies alle stukjes koek tellen waar boter op moet. Nou ja, ze zoeken het uiteindelijk zelf wel uit.

Het is heel gezellig. We koken pasta, maken een saus, koken de broccoli, maken ook nog een groentesoepje en een eiersalade, en hebben opeens heel veel lekkere hapjes voor tijdens de lunch. De meiden (6, 7 en 8 jaar oud) doen om de beurt de tosti’s in het apparaat, schrijven de namen op en roepen de mensen als de tosti’s klaar zijn. Ondertussen eten ze zelf wat. Iedereen is tevreden. Het eten is op, het souterrain is leeg, ik kan gaan opruimen. Wat een fijn en bevredigend werk is dat toch! Eerst is het een troepje en liggen overal kruimels en na een uur is alles opgeruimd en schoon. Ik ga zelfs nog even dweilen – dat is altijd het gevaar als je aan zo’n klus begint, dat je op een gegeven moment maar door wil gaan, omdat er altijd ergens nog wel iets te doen is-. Om twee uur komen er spontaan twee leerlingen vragen of ze het fruit uit kunnen delen. Goed idee!

Zo was, met hulp van anderen, deze dag in het souterrain weer een waardevolle dag, waarop ik weer eens voelde hoe fijn het is om dingen samen aan te pakken.