Een al lang bestaande afspraak wordt regelmatig met de voeten getreden. Gamen heeft zo’n aantrekkingskracht dat er allerlei manieren worden gezocht om toch ergens, stiekem, te kunnen gamen. Simon heeft er zat van, en brengt iedereen die hij heeft betrapt, in in de bemiddelingskring.
“Waarom ga je op je telefoon in de rustruimte?” is de eerste vraag die aan de overtreders wordt gesteld. “Ik verveelde me; ik zit daar lekker, het wordt niet gecontroleerd; ik wist serieus niet dat het niet mocht…” geven ze als antwoord. Bijzonder, vindt de indiener deze reactie: “Het is niet de taak van de begeleiders om er op te letten, je bent er mee akkoord gegaan en je houdt je er niet aan, dat vind ik absoluut niet kunnen. Al een jaar is de regel dat je niet op je telefoon mag in de rustruimte. Als er een afspraak is, dan houd je je eraan, en als je iets anders wil, dan breng je dat in. “
De stemming slaat om. In plaats van te blijven hangen in ontstemming over niet mogen gamen, komen er nieuwe ideeën. Enthousiast: “We kunnen proberen om iets met school te doen dat niet op je telefoon zitten is; Als er altijd iets te doen is, ben je minder geneigd om op je telefoon te zitten in de rustruimte; Ik wil zelf meer lessen nemen na de voorjaarsvakantie; we kunnen elkaar helpen om niet op je telefoon te zitten in de rustruimte; Als je niet op laptop of telefoon mag zitten, ga je de leukste dingen doen, is mijn ervaring.”
Het besluit: ze gaan elkaar helpen om niet op hun telefoon te zitten en leuke andere dingen bedenken om te doen, zoals bordspellen bijvoorbeeld.