Donderdag 18 februari. Helaas, we zijn vergeten om de tas met eten mee te nemen naar het schaatsen. Nu hebben we daar niets, des te meer reden om niet te treuzelen bij het omkleden en snel terug naar school te rijden voor de lunch. Het schaatsen gaat trouwens bij iedereen elke week beter: Heleen schaatste vandaag zonder hulp, Yanna reed veel rondjes op de buitenbaan, Mees reed zo snel mogelijk de 400 m, Job kan heel goed zonder stoel schaatsen. Het heeft dus duidelijk effect als je een paar weken achter elkaar dezelfde sport doet.
Marty, Heleen, Yanna, Paula en ik komen als eersten aan op school. We pakken de tas met brood en eieren, pakjes drinken en zetten alles op tafel. We zitten met een kopje thee en pellen een ei. Een voor een komen de jongens binnen, die met Saskia mee zijn gereden. De eerste roept: ‘ik wil een ei, ik wil een ei!’ "Doe maar rustig’, zeggen wij, we zitten hier rustig, de eieren liggen op tafel, pak een stoel en kom erbij zitten. De tweede en derde komen, gekke geluiden makend, binnen. "Kijk eens hoe rustig wij hier zitten, het is fijn als je daar rekening mee houdt." Ook zij pakken een stoel, nemen een ei en gaan er gezellig bij zitten. De laatste (we hadden veel zieken vandaag) komt binnen, ziet dat iedereen rustig aan tafel zit, en gaat ook zitten.
Wat jij laat zien, zie je terug in de kinderen. Rust die jij uitstraalt (en soms ondersteunt met woorden) bereikt anderen. Wat lekker trouwens die hardgekookte eieren, en voor iedereen waren er wel twee!