Woensdag 17 februari. Wie leert er nou van wie? Vraag je je soms af. Als je strijkkralen om pinnetjes gaat doen, leert Yanna dat dan van jou? Nee, ze kan het al. Ik leer zelf om een patroon te leggen, en merk pas als ik het al gestreken heb dat het asymmetrisch is.
En in een portfoliogesprek? Je probeert jouw gedachten, wat je ziet als begeleider, zo helder mogelijk te formuleren. Daarom zeg je niet (wat wel op je blaadje stond) ‘heeft moeite om zich te concentreren’, maar wel: ‘volgens mij kun jij je heel goed concentreren, maar vind je het soms moeilijk als er anderen bij zijn. Hoe komt dat?’ Een zo objecief mogelijke uitspraak, om de ander te verleiden tot reflectie over wat hij doet en hoe dat komt. Het blijkt dat deze leerling het soms te gemakkelijk vindt, zich gaat vervelen, en daarom maar geluiden gaat maken. Leuk om te merken dat hij zelf al had bedacht om te zeggen wanneer hij dingen al kent of kan. Dat helpt, want dan kun je samen kijken hoe hij wel verder kan gaan.
Je leert ook dat het ’t beste is om zo open mogelijk een gesprek in te gaan. Alles wat je van te voren had bedacht zit nog wel ergens in je hoofd, maar je bedenkt op het moment zelf, afhankelijk van hoe het gesprek verloopt, wat je gaat zeggen en hoe je het gaat zeggen. Aan het eind van het gesprek had ik het gevoel dat we alleen maar door naar elkaar te luisteren, van elkaar hadden geleerd.