Vrijdag 5 februari. Wat een heerlijke dag vol rust. Eerst lekker gewerkt met de taalclub (stuk uit de Kidsweek-junior gelezen en verteld dat we na de voorjaarsvakantie beginnen met boekbesprekingen…kinderen waren heel enthousiast!) Daarna tijd voor schrijfdans. Al een paar weken niet gedaan doordat de tijd tussen onze vingers doorglipte en de dag dan plots alweer voorbij was. Nu is er tijd en zin bij de kinderen. We bedenken hoe we kronkels willen maken. Het lijkt ons leuk om heel lange kronkels te kunnen tekenen, dus hebben we een flink stuk papier nodig. Gelukkig hebben we nog behangrol. We plakken het vast op de grond, van muur naar muur in de speelruimte, ruim zeven meter. Zita wil graag haar eigen stukje, dat kan. De rest (Yanna, Paula, Tycho) wil graag de andere 6 meters vullen met lijnen in allerlei kleuren.  De schrijfdans-kronkel-muziek gaat aan. We pakken 1 of 2 krijtjes en beginnen. "Ik doe het met mijn ogen dicht", zegt Yanna en beweegt helemaal mee terwijl ze tekent. "Het lijkt wel een rivier", zegt Tycho, als hij van de ene naar de andere kant van het papier gaat.

Als we uitgekronkeld zijn, zoeken we naar vormen waarin je een dier kunt zien. We vinden vissen, een duizendpoot, een poes, een konijn. We maken de vormen dikker, tekenen oren en ogen, poten en vinnen. Het wordt prachtig! "Nu gaan we toch verven?", vraagt Paula. Dat is waar ook, voordat we begonnen zei ik dat krijt zo mooi werd als je er met ecoline overheen ging. Maar toen hadden we nog niet bedacht dat we op zo’n lang stuk papier zouden tekenen… Gelukkig is er voor alles een oplossing. Een vuilniszak eronder, schorten aan, ecoline in bekers, dikke kwasten. We verven 1 meter blauw, 1 meter rood, steeds om en om. Zita verft haar stuk op haar manier. En dan ligt er voor ons een 7 meter lang schilderij, vol kronkeldieren. Wat we daar mee gaan doen? Eerst maar eens oprollen als het droog is, en volgende week ophangen, zodat we er nog even van kunnen genieten.