Begin april was het, een van de eerste mooie lentedagen. Drie jongens wilden voetballen, een van hen was nog geen 12 jaar, dus moest er een begeleider mee naar het voetbalveld. (De afspraak is: vanaf 12 jaar mag je je buiten het terrein begeven). Ik ging mee en keek naar de drie jongens. Een ging in het doel staan. Schieten op doel deden de andere twee. Niets bijzonders en toch…  Ze gaven elkaar tips, aanwijzingen, bedachten hoe het beter kon. Verzonnen een ander spel, 180 heette het. Je moet zo snel mogelijk 180 punten halen, schieten, weglopen, gooien.  Vals spel? Ze spreken elkaar erop aan, passen zich aan, gaan door. Daan houdt veel ballen tegen in het doel. Gewonnen? Daar gaat het wel en niet om. Ze hebben heerlijk gevoetbald, samen gespeeld, elkaar uitgedaagd en zichzelf overwonnen.