Donderdag 17 maart. Ik ben binnen, bezig met de afwas. Net klaar eigenlijk en we zullen zo beginnen met schoolkrant. Dan komen een paar jongens binnenstormen: “Ze maken zomaar ons vuurtje kapot! We hebben het net aan gekregen houden het goed brandend, en dan schoppen zij de bal telkens erop. Nu is het uit!” Ik ga mee naar buiten, kijken wat er gebeurt. Ik zit op het bankje met mijn rug naar het vuur en mijn ogen op de voetbal. Twee jongens schoppen de bal rustig naar elkaar over, met het doel hem tegen te houden voordat hij het hek over gaat. Dat lukt niet altijd en dan komt de bal inderdaad wel eens erg dicht in de buurt van het vuur. Als een soort buffer zit ik er nu tussen. Er gebeurt niets. De jongens van het vuurtje hebben het weer aan gekregen en zijn bezig met het voorzichtig erop leggen van droge takjes, zodat het steeds mooier en groter wordt. De jongens met de bal gaan door met rustig over schieten en hebben er veel plezier in. Meestal houden ze hem wel. Dan is het moment voorbij. “We moeten nog filmen!”, zegt een van de jongens. Haastig pakt iedereen zijn spullen. Voor niets gehaast, niet goed op de tijd gelet. Over vijf minuten begint de dramales, dus geen tijd meer om te filmen. Tja, en wat doe je dan als De Vrije Ruimte-begeleiders? Nee zeggen: je kunt niet gaan filmen, want je moet naar drama? Of ze hun gang laten gaan tot die 5 minuten om zijn en de les begint en ze er zelf achter komen dat 5 minuten wel heel kort zijn om iets op te nemen voor de film?