Karl uit München komt een weekje bij ons op bezoek. Nou ja, op bezoek, ’s morgens om 8 uur staat hij al klaar met zijn touwen bij de hoogste boom in de tuin. Hij is professioneel boomklimmer en wil de kinderen leren klimmen via een touw en een tuigje. Het duurt niet lang of de eerste zit al hoog in de boom. Sybren zwaait naar iedereen, ‘hé, hallo, hier zit ik, ik kan zo in het lokaal van Casimir kijken!’ Er ontstaat een rij van leerlingen die de boom in willen. Per persoon kost het ongeveer een half uur. Tuigje om, uitleg geven, de boom in helpen en daarna natuurlijk weer naar beneden. Dat laatste is niet zo gemakkelijk als het lijkt, want je moet je helemaal kunnen ontspannen, alsof je je zomaar laat vallen. In eerste instantie durft Jolie het niet, maar als ze ’s middags nog een tweede keer gaat – ‘ja, nu durf ik het écht’- lukt het wel. Een overwinning. En zo zijn er meer, iedere keer net een stukje hoger, net wat makkelijker kunnen klimmen. Om vier uur is Karl nog steeds bezig. Zijn lunch heeft hij bij de boom gegeten. Verkleumd komt hij even later naar binnen ‘ja, het werd nu wel koud’.
Maar de volgende dag is hij er weer, nog eens mag iedereen proberen om de boom in te gaan. ’s Middags gaat hij met ze rennen, een andere middag voetballen. En op zijn een na laatste dag maakt hij een ziplijn van de boom naar de boomhut, iets verderop. Vanuit de boomhut trek je je, al bungelend aan het touw, een stuk omhoog naar de boom. En als je daar eenmaal bent aangekomen, laat je los en zoef je zo weer terug naar de boom. Op vrijdagochtend is Freek de eerste die het gaat proberen, de dag daarvoor durfde hij nog niet, ‘nu wel!’. En ja hoor, daar gaat hij, als een luiaard hangt hij in het tuigje aan het touw, een voet in een lus, die hij met zijn hand telkens een stukje vooruit trekt, tot hij loslaat en zoefff weer terugzweeft. Wat een ervaring.
Dank je wel Karl! En tot ziens in juni, voor nog een week de boom in.