Donderdag 18 maart. Onze jongste leerlingen spelen zo veel en goed samen, dat je haast vergeet dat er tijdens hun spel een heleboel gebeurt. Eigenlijk is alles voor hen spel. Rekenen: We zitten aan tafel en eten macaroni. "Hoeveel macaronietjes zouden er op je bord liggen?" Op 1 lepel gaan 20-25 elleboogjes, dus als je vier happen eet heb je er al bijna 100 gegeten… Misschien liggen er wel duizend op mijn bord, zegt Yanna. Eet jij dan wel 40 happen? vraag ik. Vaak is het een aanzet, een begin van iets om verder over na te denken, of te laten rusten. Meestal komt dat later weer eens terug, na een week, een maand. Ze worden zich in hun eigen tempo bewust van getallen en hoeveelheden.

Lezen: De zak van de bitterkoekjes staat ook nog op tafel tijdens het eten. "Wat staat daar?" vraagt Paula. Zita probeert het voor te lezen en dat lukt haar. "Kijk, de k, en daar nog een. En in het midden staat de oe." Koe, zegt Paula. Ja, als je de laatste letter weglaat staat er koe. De jongsten doen de dingen die ze willen doen, op het moment dat ze er aan toe zijn. Veel leren ze van elkaar. Af en toe is er een volwassene bij, die op het juiste moment de juiste vraag stelt, en soms zwijgt en kijkt hoe ze dat doen, leren van elkaar.