Donderdag 10 juni. De meesten zijn nog moe van de sportdag en het slapen op school. Ze hangen wat, ze ruziën wat, lopen door de gang op zoek naar iets wat ze willen doen. Wij voeren om de beurt eindgesprekken met leerlingen en hun ouders over hoe het is gegaan het afgelopen jaar en wat ze de komende tijd gaan doen. Ook zijn er intake-gesprekken met de ouders van nieuwe leerlingen. We koken en Deyk en Mya helpen mee. Fijn, twee koks erbij die goed kunnen snijden en roeren.

Na het eten zijn er veel kinderen in de speeltuin. Ik ben binnen en kijk af en toe of het nog allemaal goed gaat. Wat leuk is vandaag, is dat  twee oudere leerlingen (14 en 16)  ook mee zijn. Sommigen spelen, anderen zitten op de bank en kletsen met elkaar. Plotseling komt Emma naar binnen rennen. "Ze stoppen niet als ik stop zeg!" Ik loop mee naar de speeltuin en vraag wat er precies gebeurd is. Ik krijg uitleg van de betrokkenen, en dan blijkt dat niet alleen de anderen, maar ook Emma niet onmiddellijk stopte toen dat aan haar werd gevraagd. Ik vraag wat ze van mij willen. "Dat ze stoppen als ik stop zeg", vindt Emma. Dat lijkt me een goede afspraak voor iedereen om weer eens te benadrukken. "Maar we hadden al met elkaar gepraat", zegt Moos "en eigenlijk waren we er al uit." Zo zie je dat het kan: oudere leerlingen, die jongere helpen om onenigheden uit te praten. Onze taak als begeleider verandert…