Vrijdag 24 augustus. Toen ik Bjorn gisteren vroeg wat hij vandaag zou willen doen, zei hij zonder aarzelen: zeevissen. Leuk! Wie gaan er mee? Vandaag blijken Robin, Marieke en Ymke wel zin te hebben om op de blokken bij de haven te gaan staan om vissen te vangen. Bjorn is de enige met een zeevishengel, een met een molentje, nodig om de vissen binnen te kunnen halen. Ik heb een stokhengel bij me, maar daar heb je niet zoveel aan bij de zee. Bjorn laat zien hoe het gaat: hengel met nepvisjes als aas uitwerpen en meteen, rustig draaiend aan het molentje, weer binnenhalen. Ondertussen een beetje op en neer gaan met de hengel, zodat het lijkt of de nepvisjes echt zwemmen en er echte vissen op af komen. De hele tijd ben je dus bezig met werpen en binnenhalen en hopen dat er vissen happen. Een keer zit er een vis aan, maar lukt het niet hem aan de kant te krijgen. Het visdraad blijft vastzitten tussen de rotsen, Bjorn trekt het dan maar kapot: “Voor 2 euro ga ik niet mijn leven wagen.” Klaar met vissen, op naar de krabben. Die zitten tussen de rotsblokken en zijn te vangen (tukken) met mossel of oester als aas aan een touwtje. Dat lukt prima: eerst heel veel kleine krabjes en dan een ‘ bigga’, zoals Robin hem noemt. We zetten ze bij elkaar in een op het strand gevonden wasmand en laten ze weer vrij als we teruggaan. Typisch een activiteit -krabben tukken- die past in het rijtje: dingen die je voor je 12e gedaan moet hebben. Is het erg als je die pas op je 49e doet, vraag ik me af.